Hugo en Rosa
Ze draaide zich om en fladderde weg. Hugo schrok op door de zachte beweging en keek haar na tot ze uit zijn zicht verdween. Toen zette hij z’n kraag nog wat hoger en liep stevig door, tegen de gure miezer in. ‘Als haar vleugeltjes maar niet te nat worden’, dacht hij nog, glimlachend. Opeens stopte hij. Die frêle breekbaarheid in haar uitstraling… Het had hem vol in de kern geraakt.
De miezer ging over in regen. ‘Oké’. ‘Precies’. Hij keerde abrupt om liep weer terug, de hoek om en de boekenwinkel binnen, rechtstreeks op de koffietafel af. Gelukkig, ze zat er nog. Zonder aarzelen bukte hij en vroeg: “Mag ik even bij je komen zitten?”. Langzaam keek ze op, en de uitdrukking in haar ogen was een mengeling van verwarring en verbazing. Een mooie vrouw, een ontzettend mooie vrouw. Aandachtig, dromerig, uitgesproken. Gevoelig en tegelijk kordaat. “Uhh, ja natuurlijk”, antwoordde ze wat aarzelend. “Lees maar rustig door hoor”, hoorde Hugo zichzelf zeggen, “Ik wil je niet storen, maar wel graag even bij je komen zitten”. Een moment bleef het stil, net lang genoeg voor Hugo om zichzelf voor de kop te slaan, maar toen brak haar gezicht open. “Nou, je stoort echt niet hoor!”, zei ze glimlachend. Hij lachte opgelucht terug en zette zijn paraplu tegen de stoel, bedacht zich toen: “Hoewel, ik heb eigenlijk erge zin in koffie, zal ik voor jou ook wat meebrengen?” Een cappuccino zou ze heel lekker vinden, ja. Dat dacht hij al, en keerde zich weer om.
Rosa keek hem na. ‘Wauw, wat overkomt me nu dan toch?’ Zijn rechte rug bij de balie, rustig en toch ook schuchter. Een leuke jonge meid reikte hem lachend de koffie aan, terwijl hij onhandig stond te hannesen met het wisselgeld. Rosa werd warm en voelde haar blos opgloeien. En schrok. Hoe laat was het eigenlijk? Nergens in de winkel een klok te bekennen. En daar kwam de verrassingen man al weer aan, balancerend met twee schuimende kopjes. ‘Ach wat’, dacht ze, en gaf zich over.